Deltaplan moet klimaatschade beperken


Het zal niemand zijn ontgaan dat het weer steeds extremer uitpakt. De klimaatverandering is in volle gang. Sommigen genieten van hoge temperaturen of van een flinke, verkoelende plensbui, maar te veel water of juist te weinig kan ook behoorlijk schadelijk zijn voor mens, dier en gewas. Meer gevaren en een economische schadepost die alleen maar hoger wordt als we stil blijven zitten.

Urgentie om schade te beperken

De landelijke stuurgroep Ruimtelijke Adaptatie onder onafhankelijk voorzitterschap van watergraaf Stefan Kuks van waterschap Vechtstromen, heeft op Prinsjesdag het nieuwe Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) 2018 gepresenteerd. Dit plan moet op lokaal en regionaal niveau de gevolgen van wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen zo veel mogelijk beperken en het land weerbaar maken tegen extreme weersituaties. In het Deltaprogramma (waterprogramma van het Rijk om Nederland voor te bereiden op de klimaatwijzigingen) ligt de nadruk op het beperken van schade en op bewustwording. Het DPRA is nodig om sneller en intensiever de gevolgen van klimaatverandering beheersbaar  te krijgen. De urgentie is groot. Hittestress (problemen die ontstaan in stedelijk gebied als gevolg van warmte, kan in steden oplopen tot 8 graden meer dan buiten de stad), wateroverlast, piekbuien en langdurige regen komen vaker voor. Met de huidige aanpak halen we de doelen niet en kan de klimaatschade in 2050 zijn opgelopen tot 71 miljard euro.

Wat gaan we doen?

Jan Herman Kat, strateeg bij waterschap Vechtstromen, houdt zich bezig met het onder de aandacht brengen van het DPRA. “We moeten leren omgaan met extreme weerssituaties. Niet alleen in de openbare ruimte, maar ook op andere kwetsbare punten, bijvoorbeeld bij uitval van stroom en internet in ziekenhuizen. De klimaatverandering gaat veel sneller dan verwacht. Laatste dertig jaar is de hoeveelheid regen en de intensiteit toegenomen en het gaat steeds sneller. Het voorkomen van schade kost ook geld, maar dat is slechts een klein deel van de kosten in vergelijking bij niets ondernemen,” legt Kat uit. Het DPRA schetst in zeven ambities de aanpak voor een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland.

De zeven ambities

Het DPRA bestaat uit 7 ambities waarmee bestuurders van waterschappen en gemeenten aan de slag moeten gaan. Dat zijn:

  1. Stresstest (onderzoek naar de mate waarin een gebied is voorbereid op de klimaatontwikkeling)
    Deze test geeft inzicht in de knelpunten die kunnen optreden bij extreme weersituaties (wateroverlast, droogte, hittestress). Zo kun je bijvoorbeeld extreme buien simuleren en kijken waar schade of overlast zal optreden.
  1. In dialoog met alle gebiedspartners
    Als de knelpunten in beeld zijn, bespreken we de situatie met de omgeving en belanghebbenden. Lang niet alle knelpunten kunnen worden opgelost. Het gesprek wordt gevoerd over de risico’s en mogelijke maatregelen.
  1. Uitvoeringsagenda
    Samen met gebiedspartners stellen we een uitvoeringsagenda op, waarin we afspreken wanneer welke knelpunten worden aangepakt.
  1. Koppelmogelijkheden met andere opgaven benutten
    Het slim inhaken op bestaande opgaven en projecten leidt tot synergie (versterkend eefect van samenwerking) en tot een goedkopere aanpak. Energietransitie hangt nauw samen met ruimtelijke adaptatie. Daarnaast moeten we investeringsmomenten optimaal benutten.
  1. Stimuleren met goede voorbeelden
    Maatregelen als wadi’s, groene daken en meer groenvoorzieningen zorgen voor een betere waterberging (vasthouden van water in bergingsgebieden) en verkoeling in de stad. Hiermee hebben we goede ervaring. Dergelijke maatregelen helpen tegen zowel wateroverlast als hittestress. Dat zijn voorbeelden met een goed rendement .
  1. Meer gebruik maken van regelgeving
    Het gaat in eerste instantie om het creëren van bewustwording en daarmee beïnvloeding van gedrag. Natuurlijk kan regelgeving overheden, bewoners en bedrijven daarnaast extra stimuleren om bepaalde maatregelen te nemen.
  1. Beter voorbereid zijn op calamiteiten
    Ondanks genomen preventieve maatregelen is er altijd een kans op te veel water op straat, of een overstroming. Bij calamiteiten zijn er ook creatievere manieren denkbaar om elkaar te helpen.

Samen zoeken naar oplossingen

“We kunnen niet alle problemen alleen oplossen. We moeten daarom in gesprek met de buurt, bedrijven, instellingen e.d. Ook de Veiligheidsregio (samenwerkingsverband tussen gemeenten, politie, brandweer en gezondheidszorg die tijdens calamiteiten voor de bestrijding er van zorg draagt) speelt een rol. Duidelijke informatie over maatregelen en mogelijkheden is voor iedereen belangrijk. We moeten met elkaar de keuzes maken. Het garanderen van bijvoorbeeld de bereikbaarheid van een ziekenhuis heeft een hogere prioriteit dan voorkomen wateroverlast in de woonwijk. De overheid kan niet alle knelpunten oplossen. Inwoners en ondernemers moeten ook zelf aan de slag. Daarbij is het niet ondenkbaar dat lokale heffingen hoger worden,” suggereert Jan Hermen Kat. “We zullen ook in gesprek gaan met verzekeringsmaatschappijen. De klimaatbestendigheid kan wellicht met regelgeving een duwtje in de rug krijgen, vooral voor nieuwe projecten. Bijvoorbeeld in de vorm van een soort klimaatprestatienorm,” oppert hij. “

Gevolgen voor ons allemaal

We zullen breed moeten kijken naar oplossingen om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. Dit gaat verder dan aanpassing van riolen en watergangen. Vaak moet op andere plaatsen dan waar het wateroverlast optreedt, maatregelen worden genomen, zoals het vasthouden en bergen van water. Dit heeft gevolgen voor ons allemaal. Gemeenten hebben hierin een hele belangrijke rol. De komende tijd gaan we in gesprek met gemeenten hoe we deze omvangrijke opgave samen goed kunnen organiseren. Twents waternet staat daarbij centraal voor een goede samenwerking en om kennis te delen.”

Planning naar een klimaatbestendig Twente

“De stresstest (onderzoek naar de mate waarin een gebied is voorbereid op de klimaatontwikkeling) wordt voor gemeenten en waterschappen de komende twee jaar een flinke kluif. Als de knelpunten in beeld zijn, is het tijd voor interactie met partijen en het bepalen van de strategie. Dit moet in 2020 gereed zijn. Op dat gebied is er is ook al veel gedaan. Sommige gemeenten hebben de wateroverlast al goed in beeld en werken aan het oplossen van knelpunten. De samenwerking binnen Twents waternet zal daarbij een grote rol spelen. Dat vraagt ieders inspanning en een forse uitdaging, maar ook een geweldige kans om er samen iets van te maken. Als we samen optrekken, kunnen we het beste resultaat bereiken,” is de mening van Jan Herman Kat.